Oorsprong van een Festival of Lessons and Carols

De geschiedenis van een Festival of Lessons and Carols gaat deels terug naar Kerstavond 1880. Toen organiseerde de bisschop van Truro (Cornwall) een dienst in een houten schuur, die vooral was bedoeld om mannen uit de cafés te houden. De populariteit was zo groot dat spoedig andere kerken dit voorbeeld volgden. Later werd de liturgie aangepast met elementen uit de Metten: het nachtgebed in het klooster. De psalmen en responsories die daar werden gezongen verving men door gemakkelijke liederen – veelal uit de volkstraditie (carols) – zodat de officiële liturgie ook voor de 'gewone' kerkganger toegankelijk kon worden gemaakt. In de twintigste eeuw werden de diensten in de kapel van King's College in Cambridge wereldberoemd. Tal van andere christelijke kerken hebben deze liturgische vorm tot onderdeel gemaakt hun kerstviering. Ook buiten Engeland zijn de laatste decennia de 'Lessons and carols' een geliefde vorm geworden om oecumenisch-breed het Kerstfeest voor te bereiden.

Het grote succes van de nine lessons and carols heeft het koor van King's college tot het boegbeeld van de Engelse koormuziek gemaakt. Maar Groot-Brittannie kent tientallen colleges en kathedralen waar uitstekende koren soortgelijke carols-diensten zingen. Mensen staan er uren voor in de rij, bij King's soms wel een etmaal - reserveren is niet mogelijk. Zelf zingen kan natuurlijk ook. Het verschijnsel wordt schaarser, maar vooral op het Britse platteland trekken groepjes kinderen in de adventstijd carol-zingend langs de deuren, op jacht naar snoep en geld. Ondertussen vergasten een paar koperblazers van het Leger des Heils het winkelend publiek in de stad op God rest you merry, gentlemen.

King's is de vlaggendrager van deze springlevende carol-traditie. Sinds 1928 wordt het Festival of nine lessons and carols door de BBC-radio live uitgezonden; de tv laat een ingekorte registratie zien. Veel Britten twijfelen er niet aan: 'Kerstmis begint met King's'. Inmiddels wordt het voorbeeld uit Cambridge tot ver buiten de Britse grenzen gekopieerd. Een BBC-correspondent maakte zelfs melding van carol services in de woestijn en aan de voet van Mount Everest.

Er bestaat geen exacte definitie van de carol. Vaak zijn eeuwenoude, mondeling overgeleverde liederen met een volkse, soms gregoriaanse oorsprong. Kenmerken zijn de vrolijke melodieen en de strofische tekst. Hoewel ze ook voor andere gebeurtenissen zijn geschreven, worden carols meestal met het Kerstfeest geassocieerd. Hun populariteit creeert een constante vraag naar nieuwe muziek. Ook worden hymns, carols en ook wel grotere werken gezongen die niet verplicht Engelstalig behoeven te zijn.

Alle belangrijke twintigste-eeuwse Britse componisten schreven carols, en daarbij probeerden zij - hoe Engels - het verleden in ere te houden. Zo gebruikte Ralph Vaughan Williams oude volksmelodieen, en in Benjamin Brittens A hymn to the virgin wisselen middeleeuws Latijn en Engels elkaar af.